
18? Tien dingen die je moet doen of waar je over na moet denken
Als je jonger bent dan 18 jaar, zijn je ouders nog voor veel zaken verantwoordelijk. En soms moet de verkoper nagaan of je wel toestemming van je ouders hebt om iets te kopen. Nu ben je 18 en moet je zelf opletten. Je kunt je eigen abonnementen afsluiten, een lening aangaan of iets kopen op afbetaling. Ga slim om met je geld. En kom je er niet uit? Vraag je ouders om raad. Als je dat lastig vindt, bespreek het dan met vrienden of zoek hulp.
Rechts vind je een overzicht van de onderwerpen op deze pagina.
1. Vraag een DigiD aan (als je die nog niet hebt)
Met een persoonlijke DigiD log je in op websites van de overheid. Je kunt een DigiD gebruiken voor de aanvraag van studiefinanciering, maar ook voor de zorgverzekering (zie punt 2). Voor de DigiD heb je je burgerservicenummer nodig. Dit nummer staat in je paspoort of op je identiteitskaart.
2. Regel je zorgverzekering en zorgtoeslag
Je bent tot je 18e verzekerd via de zorgverzekering van jouw ouders. Als je 18 wordt, moet daarvoor premie worden betaald. Doe je niets, dan blijf je via jouw ouders verzekerd. Je kunt ook de polis splitsen, of overstappen naar een andere zorgverzekeraar. Als jongere gebruik je vaak minder zorg en ben je meestal goedkoper uit met een eigen verzekering. Als je zelf een zorgverzekering afsluit, moet je wel zelf de maandelijkse premie betalen.
De kans is groot dat je recht hebt op de zorgtoeslag. Dat is ook zo als je bij je ouders verzekerd blijft. Vraag je zorgtoeslag alleen aan via de website van de Belastingdienst. Betaal nooit voor het aanvragen van je zorgtoeslag. Lukt het niet met het aanvragen van de zorgtoeslag? Zoek dan hulp bij een toeslagenservicepunt (link naar de website van de Belastingdienst).
3. Check ook je andere verzekeringen
Als je thuis woont, ben je vaak nog meeverzekerd op de aansprakelijkheidsverzekering van je ouders. Dat geldt ook als je op kamers woont en studeert. Andere verzekeringen, zoals een inboedelverzekering of reisverzekering, moet je wel zelf regelen.
4. Regel je bankzaken
Vaak heb je al wel een jongerenrekening en een spaarrekening. Als je 18 wordt, zet de bank je jongerenrekening vaak meteen om in een 'gewone' betaalrekening. Kijk wel of je de betaalrekening hebt die bij je past. Gebruik de app van je bank. Je weet zo altijd hoeveel geld je nog op je rekening hebt.
5. Zorg voor een buffer
Er kunnen altijd onverwachte dingen gebeuren die geld kosten. Als je 18 wordt ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Het is handig om een spaarpotje te hebben dat je kunt gebruiken voor dit soort tegenvallers. Open bij je betaalrekening ook meteen een aparte spaarrekening. En maak automatisch elke maand een klein bedrag over. Dat is een kleine moeite en je hoeft er daarna niet meer aan te denken. Alle kleine beetjes helpen. Als je € 10 per maand opzij zet, is dat na een jaar toch al € 120. En na vijf jaar al € 600.
6. Tegemoetkoming scholieren
Zolang je nog op de middelbare school zit, kun je een tegemoetkoming scholieren aanvragen. Deze tegemoetkoming komt in de plaats van de kinderbijslag die je ouders elk kwartaal ontvingen. Je vraagt de tegemoetkoming aan bij DUO.
7. Praat (met je ouders) over je geldzaken
Tot je 21 jaar wordt, zijn je ouders verplicht om je financieel te ondersteunen. Maak duidelijke afspraken over wat je van ze kan verwachten. Spreek bijvoorbeeld af hoeveel ze meebetalen aan je studie. Krijg je toegang tot een spaarrekening die je ouders of grootouders voor je hebben opgebouwd? Bespreek wat je met het geld gaat doen. Spreek ook af wat jullie doen met de zorgtoeslag. Als je thuis blijft wonen en je ouders je zorgverzekering betalen, dan is het logisch dat zij je zorgtoeslag krijgen.
Soms staan er nog rekeningen open voor kosten die op jouw naam zijn gemaakt van vóórdat je 18 werd, zoals bijvoorbeeld een tandartsbezoek. Deze kosten moeten je ouders betalen, ook al sturen sommige bedrijven de betalingsherinnering na je achttiende naar jou. Hebben je ouders vanwege financiële problemen moeite met betalen, dan is er hulp.
Als je zelf zorgen hebt over je geldzaken, praat er dan over. Met je ouders óf iemand uit je omgeving die je vertrouwt, bijvoorbeeld een jongerenwerker. Vaak zijn zorgen nog op te lossen als je snel aan de bel trekt.
8.Bijbaantje? Vraag belasting terug
Als je 18 wordt, zijn er meer soorten baantjes die je mag doen. Voor sommige baantjes heb je bovendien een rijbewijs nodig. Als je 18 wordt, ga je ook meer verdienen. Wat ga je met dat extra geld doen? Geef je het meteen uit, zet je een deel opzij voor tegenvallers of heb je een doel waar je voor spaart?
Als je werkt, houdt je werkgever een deel van je loon in als belasting. Dat heet loonheffing. Als je jong bent kun je vaak een deel van de loonheffing terugvragen. Laat geen geld liggen!
9. Gescheiden ouders en kinderalimentatie
Als je ouders zijn gescheiden, betaalt één ouder vaak kinderalimentatie aan de andere. Als je 18 wordt, is dit geld voor jou. Bespreek wat jullie hiermee doen.
10. Schrijf je in voor een sociale huurwoning
Vaak zijn er wachtlijsten voor een sociale huurwoning. Vooral in de grote steden kan het soms jaren duren voor je een woning krijgt. Een sociale huurwoning is bijna altijd goedkoper dan een koopwoning of een huurwoning in de vrije sector. Voor een sociale huurwoning krijg je bovendien huursubsidie. Hoe eerder je je inschrijft, hoe beter. De minimumleeftijd voor inschrijving is meestal 18 jaar. Soms kun je je ook al met 16 jaar inschrijven.