Als zzp’er heb je na pensionering natuurlijk recht op AOW. Wil je een hoger pensioen? Dan moet je dat zelf regelen. Vijf dingen die je moet weten over pensioen voor zzp'ers.
Met een lijfrenteverzekering of bankspaarrekening kun je sparen voor je pensioen. Dit kan bij een bank, beleggingsinstelling of verzekeraar. Je stort eenmalig een bedrag of maakt regelmatig een bedrag over. Dit bedrag wordt gespaard en/of belegd. Op je pensioendatum koop je met de eindopbrengst een pensioenuitkering. Het bedrag dat in je pensioenpotje zit telt niet mee als vermogen in box 3.
Met onze rekentool bereken je hoeveel je nu moet storten om straks een bepaalde uitkering te krijgen.
Je kunt ook zelf sparen of beleggen voor je pensioen. Je zet dan geld apart op een spaarrekening, of belegt in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen of vastgoed. Het voordeel van zelf sparen of beleggen is dat je in principe altijd toegang hebt tot het geld. Maar hierdoor bestaat ook de kans dat je het geld al opmaakt voordat je met pensioen gaat.
Over je spaargeld en beleggingen betaal je elk jaar belasting in box 3. Deze belasting betaal je als je vermogen boven een bepaalde drempel uitkomt.
Heb je hiervoor in loondienst gewerkt en was daar een pensioenregeling? Dan betaalden jij en je werkgever premie voor jouw pensioen. Vaak kun je deze regeling vrijwillig voortzetten als je zzp’er wordt.
Voor bepaalde beroepen geldt een verplichte beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling. Ook als je zzp’er bent. Het gaat hierbij vooral om beroepen in de gezondheidszorg en schilders, stukadoors en notarissen.
Het is slim om al vroeg geld opzij te zetten voor je pensioen. Zo heeft het de tijd om meer waard te worden. Je maakt dan gebruik van het rente-op-rente effect. Met onze rekenhulp kun je uitrekenen hoeveel je nu per maand of per jaar opzij moet zetten om straks een bepaalde pensioenuitkering te krijgen.