Als je zelf pensioen opbouwt met een lijfrenteverzekering of bankspaarrekening, moet je op de afgesproken einddatum het opgebouwde kapitaal omzetten in een pensioenuitkering. Daarvoor zijn regels. Zes vragen over hoe dit werkt.
Het gaat om pensioen dat je zelf opbouwt. Dat pensioen opbouwen kan bij een bank, verzekeraar of een beleggingsinstelling. Dit pensioen bestaat uit twee fases. Als je nog werkt, stort je geld in je pensioenpot. Dat is de opbouwfase. Als je stopt met werken, gebruik je het geld om een pensioenuitkering te kopen. Dit heet de uitkeringsfase. Als je de belastingregels volgt, krijg je bij dit pensioen belastingvoordelen. Maar dan moet wel sprake zijn van een pensioentekort.
De premie die je betaalt, kun je aftrekken bij je aangifte inkomstenbelasting. Daardoor betaal je minder inkomstenbelasting. Daarnaast betaal je geen belasting over de waarde van je pensioenpot. Omdat je deze belastingvoordelen krijgt, zijn er regels over hoe je het geld kunt opnemen.
De belangrijkste regel is dat je het geld tot aan je pensioen laat staan en er dan een uitkering mee koopt. Dit moet je doen binnen vijf jaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt. Als je eerder met pensioen gaat, kun je de uitkering ook al eerder in laten gaan.
Je kunt ervoor kiezen dat de uitkering een vast aantal jaren loopt, bijvoorbeeld twintig jaar. De uitkering kan ook de rest van je leven lopen. Je keuze bepaalt de hoogte van de pensioenuitkering. De uitkering wordt meestal een keer per maand uitbetaald.
Je betaalt inkomstenbelasting over de uitkering.
De hoogte van de rente telt mee om te bepalen hoeveel pensioen je krijgt. Hoe hoger de rente, hoe hoger de uitkering. Maar andersom is het ook: een lage rente betekent een lage uitkering. De rente is de afgelopen jaren erg laag geweest. Daardoor waren de uitkeringen ook laag. Dit jaar is de rente weer flink aan het oplopen en de uitkeringen die je kunt aankopen nemen daardoor toe.
Je kan wachten met het kopen van je uitkering en hopen dat de rente verder stijgt. Dit kan tot maximaal vijf jaar nadat je je AOW-leeftijd hebt bereikt.
Lijfrentes en bankspaarrekeningen zijn ingewikkelde financiële producten. Vraag om advies bij je bank of verzekeraar of bij een financieel adviseur.