U bent hier:Home>Regel je pensioen>Wat staat er in het Pensioenakkoord 2019
Thema Regel je pensioen

Wat staat er in het Pensioenakkoord 2019

De regering, werkgevers en werknemers hebben afspraken gemaakt over een aantal veranderingen in het pensioenstelsel. Deze afspraken staan in het Pensioenakkoord 2019. Dit pensioenakkoord moet de kans op pensioenkortingen verkleinen. De veranderingen raken vrijwel iedereen. Hieronder vind je een overzicht van de voorgestelde veranderingen. 

De verwachting is dat de nieuwe regels voor pensioen op z'n vroegst ingaan vanaf 1 juli 2023. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen dan 4 jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving, dus tot 1 juli 2027. Je ontvangt hierover informatie van jouw werkgever of van het pensioenfonds waar jij pensioen opbouwt zodra meer duidelijk is; dat kan nog een paar jaar duren.

AOW-leeftijd gaat minder snel omhoog

De AOW-leeftijd tot 2028 ligt vast:

  • In 2022 heeft u recht op AOW als u 66 jaar en 7 maanden bent.
  • In 2023 is dat 66 jaar en 10 maanden.
  • In 2024, 2025, 2026 en 2027 komt de AOW-leeftijd uit op 67 jaar.
  • In 2028 is dat 67 jaar en 3 maanden.

Daarna kan de AOW-leeftijd blijven stijgen. Dat komt omdat Nederlanders gemiddeld ouder worden. De AOW leeftijd is 5 jaar van tevoren bekend. 

Eenmalig bedrag opnemen op pensioendatum

Vanaf waarschijnlijk 1 juli 2023 mogen deelnemers eenmalig een bedrag opnemen op de pensioendatum. De resterende levenslange pensioenuitkering is daarna wel lager. Daarom gelden de volgende voorwaarden:

  • de hoogte van het bedrag is maximaal 10% van het ouderdomspensioen;
  • het bedrag kan alleen op de pensioendatum worden opgenomen;
  • stapelen met hoog-laagpensioen kan niet;
  • na de eenmalige opname moet de resterende levenslange pensioenuitkering boven de afkoopgrens van kleine pensioenen liggen.

Vroegpensioen voor zware beroepen 3 jaar voor je AOW-leeftijd 

Bij het pensioenakkoord is afgesproken dat mensen met zware beroepen vervroegd kunnen stoppen met werken. Werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties bepalen samen om welke groepen werknemers het gaat en kunnen hierover afspraken maken tot en met 2025. Werkgevers mogen dan maximaal 3 jaar voor AOW-leeftijd een uitkering van ongeveer € 22.000 per jaar aanbieden. Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW; voor jou als werknemer is het net alsof je AOW eerder ingaat. Ook kan je ervoor kiezen om een deel ouderdomspensioen te laten uitkeren. Je AOW wordt dan tijdelijk aangevuld. Dit betekent wel dat het pensioen over de gehele pensioenperiode lager wordt.

Pensioen en arbeidongeschiktheid voor zzp'ers

Er komt waarschijnlijk geen verplicht pensioen voor zzp'ers. Het blijft dus belangrijk dat je zelf spaart voor jouw pensioen, als aanvulling op de AOW. Wel krijgen zzp'ers meer ruimte om fiscaal voordelig pensioen op te bouwen. Zzp'ers krijgen in de toekomst te maken met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Heb je als zzp'er zelf voldoende middelen voor een inkomen bij ziekte? Dan geldt de verplichting niet. De voorwaarden van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn op dit moment nog niet bekend. 

Pensioenopbouw bij pensioenfondsen

In het nieuwe pensioenstelsel staat de pensioenpremie centraal en doet het pensioenfonds niet langer een belofte over de hoogte van het pensioen. Het pensioenfonds belegt de pensioenpremie en houdt je persoonlijke deel van het gezamenlijke pensioenvermogen bij. Zo kan je direct zien hoeveel vermogen er voor je eigen pensioen gereserveerd is. Ook wordt het pensioen straks beweeglijker. Het gaat eerder omhoog als het economisch goed gaat, en eerder omlaag als het economisch slechter gaat. De regels zorgen er wel voor dat de bewegingen niet te groot worden. Bovendien worden de bewegingen kleiner als je ouder wordt. Hoe dichter je bij jou pensioendatum komt, hoe preciezer je wilt weten op hoeveel geld je kunt rekenen. 

Pensioenopbouw bij verzekeraars

Ook de pensioenopbouw bij verzekeraars gaat veranderen. Bij verzekeraars is de hoogte van de pensioenpremie afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. Voor jonge werknemers betaalt een werkgever (veel) minder pensioenpremie dan voor oude(re) werknemers. Het is de bedoeling dat een werkgever straks voor elke werknemer evenveel premie betaalt. Het maakt dan niet uit hoe oud de werknemer is. Wat dat precies betekent voor je pensioen, is nog onduidelijk.  

Meer werknemers moeten pensioen opbouwen

Er zijn nog steeds veel werknemers die geen pensioen opbouwen. Naar schatting gaat het om 1 op de 10 werknemers. Daarnaast bouwen uitzendkrachten vaak pas pensioen op als ze minimaal 26 weken werken. In het Pensioenakkoord 2019 is afgesproken dat meer werknemers pensioen moeten gaan opbouwen. Het is nog niet duidelijk hoe dat gaat uitpakken. Om meer inzicht te krijgen in de redenen waarom werkgevers hun werknemers geen pensioenregeling aanbieden is de Sociaal Economische Raad (SER) een meldpunt gestart. Hier vind je ook tips over wat je in dat geval zelf kunt doen. 

Eén standaard voor het nabestaandenpensioen

Op dit moment is er vaak verwarring over het recht op nabestaandenpensioen als je partner overlijdt vóór de pensioendatum. Als je recht hebt op nabestaandenpensioen, dan zijn de regels straks voor iedereen hetzelfde. Ook worden de regels versoepeld wie als partner wordt gezien. Daardoor is duidelijker waar de nabestaande op kan rekenen. Dit nieuwe nabestaandenpensioen wordt verzekerd op risicobasis en is gebaseerd op het laatste loon. Het maakt hierbij niet uit hoeveel jaar je hebt gewerkt. Als je werkloos wordt dan houd je nog 3 maanden recht op nabestaandenpensioen of tijdens de gehele WW-periode. Daarna niet meer. Bijvoorbeeld als je zzp'er wordt. Als je in het nieuwe pensioenstelsel verzekerd wilt blijven voor een nabestaandenpensioen dan moet je dat zelf aangeven. Als je die keuze niet maakt, heb je geen recht op nabestaandenpensioen. 

U bent hier:Home>Regel je pensioen>Wat staat er in het Pensioenakkoord 2019